Agnieszka Holland is een baanbrekende filmmaker wiens werk ons een diepere kijk biedt op de morele en politieke kwesties van onze tijd. Geboren in communistisch Polen en in ballingschap levend, heeft ze een indrukwekkende internationale carrière opgebouwd die haar zowel lof als controverse heeft opgeleverd. Haar films, van Europa, Europa tot The Green Border, verkennen complexe menselijke ervaringen tegen de achtergrond van historische en politieke veranderingen.
Politieke turbulentie
Agnieszka Holland’s leven en carrière tonen hoe haar passie, kracht en creativiteit onze kijk op morele en politieke kwesties in films hebben gevormd.
Een getalenteerde ambitieuze vrouw die er trots op is Poolse te zijn, maar door politieke gebeurtenissen buiten haar macht gedwongen werd in ballingschap te leven. Als Europeaan in hart en nieren ervoer ze de conflicten tussen nationale, religieuze en culturele grenzen.
Holland groeide op in communistisch Polen, een wereld vol politieke onderdrukking en beperkingen. Ze mocht niet aan de Nationale Filmschool in Łódź studeren. Ze verhuisde naar Praag en studeerde in 1971 af aan de FAMU, de filmschool van de Academy of Performing Arts.
Begin van carrière
Terug in Polen begon Holland als assistent van Krzysztof Zanussi en sloot zich aan bij de ‘cinema van de morele angst’, een groep regisseurs die zich richtten op de sociale en politieke strijd. Ze vond een mentor in de grote Poolse regisseur Andrzej Wajda en begon al snel haar eigen films te regisseren. Haar eerste tv-film, An Evening at Abdon (1975), maakte de weg vrij voor haar speelfilmdebuut, Provincial Actors (1978), die internationaal werd bejubeld en haar de Internationale Prijs van de Critici opleverde op het filmfestival van Cannes in 1980.
De late jaren 1970 en vroege jaren 1980 waren een tijd van grote spanningen in Polen. Het land had te kampen met ernstige economische problemen, voedseltekorten, inflatie en wijdverspreide ontevredenheid onder de bevolking. De communistische regering, onder invloed van de Sovjet-Unie, worstelde om de controle te behouden toen protesten en stakingen, vooral op scheepswerven en in fabrieken, steeds vaker voorkwamen. Het leven was moeilijk door het repressieve politieke klimaat, de censuur en het gebrek aan basisvrijheden.
Emigratie en internationale doorbraak
De repressie leidde tot groeiende onrust en de vorming van de Solidariteitsbeweging, die politieke en sociale hervormingen eiste. Holland’s volgende films, Fever (1980) en A Lonely Woman (1981), pakten deze kwesties direct aan en portretteerden personages die verstrikt raakten in de onrust van een repressieve staat.
Toen in december 1981 de staat van beleg werd afgekondigd, werden Holland’s films verboden. Omdat ze op dat moment in het buitenland verbleef voor het filmwerk, besloot ze in ballingschap te blijven. Ze vestigde zich in Frankrijk en zette haar filmcarrière voort.
Thema’s
In 1985 kreeg Holland internationale erkenning met haar film Angry Harvest, die werd genomineerd voor een Academy Award voor Beste Buitenlandse Film. Dit markeerde het begin van haar internationale carrière, waarin ze thema’s als identiteit, moraal en geloof onderzocht in steeds diverser wordende omgevingen. Haar film Europa Europa uit 1990, het verhaal van een Joodse jongen die de Holocaust overleeft door zich voor te doen als Nazi, won een Golden Globe en leverde haar een tweede Academy Award nominatie op, dit keer voor Beste Scenario.
In de volgende decennia bleef Holland grenzen verleggen. Ze regisseerde films als Olivier, Olivier (1992), The Secret Garden (1993), Total Eclipse (1995) en Washington Square (1997), waarmee ze haar veelzijdigheid in genres liet zien. In 2011 leverde haar film In Darkness haar een derde Oscarnominatie op, terwijl Spoor (2016), gebaseerd op de roman van Olga Tokarczuk, de Zilveren Beer won op het filmfestival van Berlijn.
Van film naar televisie
Haar samenwerking met goede vrienden en collega-filmmakers, zoals Krzysztof Kieślowski, met wie ze de Three Colors-trilogie schreef, en Andrzej Wajda, verdiepte haar band met de Poolse filmgeschiedenis. Tegelijkertijd breidde ze haar televisiecarrière uit en regisseerde ze afleveringen voor enkele van de meest geprezen series van de 21e eeuw, waaronder The Wire en Treme, maar ook The Killing en Cold Case. Haar werk aan de miniserie Burning Bush, die de Praagse Lente onderzocht, was bijzonder persoonlijk en weerspiegelde haar diepe band met Tsjechië en zijn geschiedenis.
Voortdurende zoektocht naar morele complexiteit
Haar laatste film, The Green Border, ging in première op het 80e Internationale Filmfestival van Venetië, waar het de Speciale Juryprijs won. Het is een bewijs van haar niet aflatende toewijding aan het verkennen van morele complexiteit in het licht van politieke conflicten.
Ondanks censuur en ballingschap bleef Holland onvermoeibaar verhalen vertellen die ertoe doen. Haar films zetten het publiek niet alleen aan het denken, maar raken ook hun hart en dwingen hen om moeilijke waarheden over de wereld en zichzelf onder ogen te zien.
Of ze nu de verschrikkingen van oorlog, de pijn van ballingschap of de morele dilemma’s van het dagelijks leven onderzoekt, Holland’s werk weerspiegelt consequent haar geloof in de kracht van cinema om empathie te inspireren en het geweten wakker te schudden. De films op het APFF zijn hiervan een afspiegeling.
Bozena Kopczynska September 2024


